Als geen ander weet ik hoe belangrijk het is om naar buiten te gaan. Rond te lopen in de stad of plaats waar je werkt, mensen te spreken en te voelen wat er leeft. Niet via enquêtes, maar door persoonlijke contacten van mens tot mens.
Toch voel ik een drempel om dit te gaan doen. Ik snap mezelf dan nooit zo goed. In het verleden heb ik juist zo veel mooie resultaten kunnen behalen door buiten in het veld rond te lopen en mensen te spreken. Ik weet met mijn hoofd dus heel goed dat ik de mooiste inzichten daar vindt en zeker niet achter mijn thuiswerkbureau.
Wie moet je dan hebben?
Laten we eens kijken wat er gebeurt als ik de stap naar buiten wil maken. Allereerst kost het me moeite. Afspraken maken met collega’s gaat makkelijk. Je kijkt in de agenda, zoekt een gaatje, stuurt een mail en dan is het meestal wel geregeld. Maar mensen buiten? Wie moet je dan hebben? Eigenlijk geen idee. Op intranet staat geen lijstje met samenwerkingspartners. En het valt me op dat ik niet de enige ben. Als ik vraag naar contactpersonen buiten hoor ik vaak de naam van de welzijnsorganisatie, maar veel andere namen hoor ik niet. Wijkmanagers hebben weinig tijd om je rond te leiden door de wijk, hoor ik van iemand anders. En direct voel ik de moed in de schoenen zakken. Waar ga ik dan beginnen? Gelukkig is er een collega die me een lijstje aanreikt met sleutelfiguren uit de stad. Die mag ik bellen.
Tijdverspilling
Het voelt ook als tijdsverspilling. Eigenlijk moet je een projectopdracht schrijven, piept een interne stem. Ik moet nadenken over hoe ik dit veranderproces wil gaan aanpakken. Buitenlopen en met een aantal sleutelfiguren spreken is leuk, maar gaat dat je ook echt helpen om deze ontwikkeling verder te brengen? Als ik eerlijk ben, heb ik daar geen helder antwoord op.
Daarnaast piept die interne stem nog even verder: de agenda’s van je collega’s zijn overvol, hoezo kan jij het je dan permitteren om buiten te gaan spelen? Dat voelt niet erg collegiaal. Sterker nog: het voelt alsof ik de kantjes er vanaf loop, terwijl zij de toko redden. Een heel pakket van dit soort gedachten brengt me tot stilstand. Toch nog maar even stukken lezen en een afspraak inplannen met een interne persoon. Buiten komt volgende week wel.
Schop onder mijn kont
Eerlijk gezegd vind ik het ook wel gedoe. Mijn heerlijke leventje met werken vanuit huis bevalt me eigenlijk prima. Op locatie gaan kijken kost energie. Ik moet het huis uit, ik moet er heen rijden en zeker als het zo donker is, helpt dat niet echt. Bovendien zit er weer eens een kind thuis te snotteren. Afgelopen jaar was het sowieso een jaar van balanceren tussen werk en privé. Met het thuiswerken heb ik daar een lekkere modus in gevonden. En om nu weer vele dagen van huis te zijn, ik merk dat ik mijzelf echt een schop onder mijn kont moet geven om hieraan te beginnen.
Is dit nuttig en noodzakelijk?
Pfff, maar wat wil ik mijn gesprekspartners eigenlijk vragen. Waarom wil ik dat gesprek? Geen idee. Ja, ik wil de stad leren kennen en horen wat ze doen. Maar heb eigenlijk geen idee waarom ik ze precies wil spreken. Eigenlijk vind ik zo’n open gesprek best wel spannend. Ook al weet ik dat het me altijd wat oplevert. Zonder helder doel verkennen voelt als doelloos. En direct piept die stem weer: is dit nu wel nuttig en noodzakelijk? Ben je niet iemands tijd aan het verdoen?
Onzichtbare drempels
Dit inkijkje in mijn hoofd maakt wel duidelijk dat acties die zo eenvoudig lijken, soms helemaal niet zo eenvoudig zijn. Er zijn allemaal onzichtbare drempels die ik heb te beslechten voor ik tot actie over kan gaan. Die barrières heb ik en omdat jij ook een mens bent, durf ik er om te wedden dat jij ze ook hebt. Misschien op een ander onderwerp, maar je komt ze tegen zodra je van het gebaande pad afgaat of iets doet wat binnen jouw werkomgeving niet gebruikelijk is.
Gesprekken voeren met je interne stem
Als je effectief wilt kunnen zijn in je werk als projectmanager, heb je dan ook regelmatig gesprekken te voeren met je interne stem. Ik noem het gesprekken met je roeptoeteraars. Vroeger negeerde ik die stemmen. Dan hoorde ik ze wel, maar dacht ik “niet piepen, niet zeuren” en dwong mijzelf om het gewoon te gaan doen. Het gevolg was dat ik acties uitstelde. Tot het echt niet meer kon en dan schopte ik mijzelf door de barrière heen. Dat is ook een strategie om je doel te bereiken, maar wel eentje die veel energie kost, je de lol in je werk ontneemt en door de uitgestelde acties, ook nog eens veel tijd kost.
Tegenwoordig ben ik me veel meer bewust van het gebabbel van mijn roeptoeteraars. Ik neem nu dan ook de tijd om een voor een naar ze te luisteren, indien nodig een stevig gesprekje met ze te hebben of ze terug het bos in te sturen. Dat kost geen uren. Ook in deze gesprekken blijf ik een projectmanager en ga ik voor resultaat. Daarna kan ik meestal lachen om wat ze me te vertellen hebben en voel ik veel meer ruimte om te doen wat ik echt moet doen. Helemaal klaar om de telefoon te pakken en die afspraken te gaan maken.
Hoe zit dat bij jou?
Hoe zit dat bij jou? Voel jij de behoefte om de inwoners een plek te geven in het project of proces waar je aan werkt? Ervaar je deze drempels als ‘binnenwerker’ ook? Of is voor jou naar buiten gaan een eitje, maar ervaar je belemmeringen in jezelf op andere thema’s. Mag ik dan eens meekijken in jouw hoofd? En samen met je verkennen hoe jij een goed gesprek kan voeren met jouw roeptoeteraars, zodat de drempels die je voelt beslecht worden en jij weer met plezier resultaten gaat boeken in je project.
Meer lezen?
Wil je meer van dit soort artikelen lezen? Onder blog staan al mijn artikelen. Of je kan je gegevens hieronder achterlaten, dan stuur ik je eens per 2 tot 4 weken een update met daarin mijn nieuwste blogartikelen. Voel je vrij om mijn updates eens uit te proberen (je hebt je namelijk zo weer afgemeld).
Hartstikke leuk artikel over de innerlijke blokkades. De roeptoeteraars, zowel in je hoofd als in het echt. Maar die ook vaak een sleutel tot een sleutelpersoon zijn. Zo herkenbaar, maar voor het eerst dat ik het zo helder lees.
Dankjewel voor het inkijkje in jouw hoofd Marielle. Een herkenbaar verhaal, Goed dat je de tijd neemt om in gesprek te gaan met je roeptoeteraar.
In mijn hoofd gaat het er als volgt aan toe: in meditatie neem ik de tijd voor emoties en opkomende gedachten door ze bewust waar te nemen én te accepteren zonder er op te reageren. Ik ga dus niet met ze in gesprek maar merk bewust op dat ze komen en gaan.
Zo oefen ik om ook in het dagelijks leven gevoelens van angst, weerstand en verlangen in mezelf te herkennen en te accepteren. Zodat ik vervolgens bewust kan kiezen of en hoe ik erop reageer. Helaas lukt dat in het dagelijks leven onder invloed van tijdsdruk, overload aan informatie en prikkels van buitenaf veel minder dan ik wil.
Anderzijds ben ik juist heel graag in gesprek met mensen. Zowel binnen als buiten (de organisatie). Liefst terwijl we samen met iets bezig zijn waarbij we kunnen aarden, bv wandelen of tuinwerk. De meeste gesprekken die ik al doende voer (ook met mezelf) leiden tot betere inzichten en ideeën. En ik weet dat velen dit zelfde ervaren.
Net als jij en veel hoog opgeleide mensen heb ik de neiging te veel in mijn hoofd te wonen. Ik ben een dromer. Maar in wisselwerking met materie en met anderen kan ik mijn ideeën delen en worden ze concreet. In wisselwerking met de computer kruip ik steeds verder in mijn hoofd, blijven mijn ideeën gedachten en kan ik ze niet goed delen, noch toetsen aan de realiteit.
Dus laten we zo veel mogelijk buiten gaan spelen om betere projecten te laten groeien.
Dank je wel, Dieuwertje voor jouw openhartige toevoegingen. Alleen in interactie met anderen, binnen en buiten, kunnen ideeën groeien en werkelijkheid worden. Laten we daar samen voor gaan.
Leuk om te lezen, Edwin!